Door op 4 januari 2015

Doe(m)denken

Ik kijk met een dubbel gevoel terug op 2014. De voorbereidingen van de overheveling van taken  op het gebied van jeugd en zorg van het Rijk naar de gemeenten hebben voor veel onrust en onzekerheid gezorgd. Onze zo vertrouwde verzorgingsstaat die we jarenlang met elkaar hadden opgebouwd stond te schudden op zijn grondvesten. Eén van de belangrijkste doelstellingen dat zorg dichter bij de mensen de kwaliteit van onze samenleving verhoogt werd volledig overschaduwd door de noodzaak van ingrijpende bezuinigingen in de gezondheidszorg. Op zich zeer terecht dat de kosten teruggedrongen worden, maar waar ga je dat doen? De kosten terugdringen bij de medewerkers in de zorg of bij de veel te dure, slecht functionerende en vaak overbodige managementlagen.

Je zou maar jarenlang als hulp in de huishouding voor een bescheiden salaris andere mensen ondersteuning in de zorg geboden hebben en nu te horen hebben gekregen dat je baan wegbezuinigd  is. Je belandt in de WW en met zo’n 800.000 werklozen is bij de aanhoudende recessie de kans groot dat je daarna in de bijstand terecht komt. Om vervolgens te horen te krijgen dat je wat terug moet doen voor de samenleving om je recht op bijstand te behouden. Alsof je nog niet genoeg gedaan hebt.

Je zou maar een dementerende vader of moeder hebben, zonder directe familie in de nabije omgeving. Of de buren of kennissen de verzorging maar even willen overnemen, die vaak geen idee hebben wat het in fysiek en mentaal opzicht inhoudt om die ondersteuning op een verantwoorde manier te bieden.

En zo zijn er talloze voorbeelden waarover we ons terecht zorgen moeten maken. Door alle verhalen van mensen die in de knel zijn komen te zitten en de dupe dreigen te worden van de bezuinigingsdrift is er een soort doemdenken ontstaan dat het nooit meer wordt zoals het was en alles steeds minder en slechter wordt. Nee, het wordt nooit meer zoals het was. Het wordt anders, maar dat betekent niet altijd, ook slechter. Dat hebben we zelf in de hand.

Daarom ben ik best wel optimistisch over 2015. Als het ons lukt om het doemdenken om te zetten in doe-denken komen we een eind. Doe-denken is stoppen met klagen, de schuld bij de ander leggen, van anderen de oplossing verwachten. Doe-denken is minder bureaucratie en regelgeving. Doe-denken is de handen uit de mouwen steken, aanpakken, naar elkaar omkijken, een helpende hand bieden waar mogelijk, je ogen en oren de kost geven om signalen op te vangen uit je omgeving. Doe-denken is eigenlijk gewoon doen dus.

En de vrijwilligers in 2015? Dat zijn gewoon weer al die mensen die het normaal vinden dat je iets voor een ander doet als het uitkomt. Niet omdat de samenleving vindt dat het moet, maar omdat je dat de normaalste zaak van de wereld vindt.

Zo kunnen we in 2015 samen bouwen aan een sterker en socialer Nederland.

Alhard Hungerink