Door op 12 november 2013

Begrotingsbetoog ‘Kijk vooruit’

Lees hier het betoog van Mark Hofman tijdens de begrotingsraad van 12 november 2013.

Mijnheer de voorzitter,
Aan de vooravond van deze begrotingsbehandeling heeft de PvdA fractie de thermometer op een 15-tal locaties in onze gemeentelijke samenleving gestoken. Arthur Warmer toog met zijn thermometer naar de Wethouder van der Burgstraat in Zoelen, de Jordenstraat in Eck en Wiel, het Fruithof in Ingen en de Liendense Singel in Lingemeer. Maaike Baggerman stak haar thermometer in de Lagewaard in Beusichem, de Eikenlaan in Zoelmond, de Rozenstraat in Ravenswaay en de Dwarsstraat in Asch. Annie Benschop ging voor een temperatuurmeting naar de Albert Cuyphof in Lienden, de Canadalaan in Ommeren en de Prinses Irenstraat in Rijswijk en ik, mijnheer de voorzitter ben met de thermometer naar de Lindelaan in Maurik, de Schoorsteen in Kerk-Avezaath, de Nieuwlandseweg in Kapel-Avezaath de Meenstraat in Erichem en de Ridder Allartlaan in Buren geweest.

Even wetenschappelijk mijnheer de voorzitter,
In de diepst denkbare koude liggen alle anatomen en moleculen vrijwel stil, afgezien van de nulpunt beweging. Wordt het warmer dan gaan de anatomen en moleculen harder trillen. Veel stoffen maken bij stijgende temperaturen faseovergangen door: bijvoorbeeld smelten van vast naar vloeibaar. Bij toevoer van energie kan ofwel de temperatuur stijgen ofwel de aggregatietoestand (bijvoorbeeld vast of vloeibaar) van de stof veranderen.

Mijnheer de voorzitter, vooropgesteld dat ik geen natuurkundige ben en elke discussie, met iemand die meer dan één jaar middelbaar onderwijs in dit vak heeft genoten, met glans zal verliezen raak ik met deze beschrijving wel de essentie van wat zich in de Burense samenleving afspeelt.

Het ontbreken aan balans tussen het behouden van voorzieningen en het investeren in de samenleving. Het maximaal betrekken van onze inwoners bij de keuzes die worden gemaakt en het met elkaar dragen van de financiële offers die zorgen voor de juiste temperatuur heeft ervoor gezorgd dat in alle genoemde straten, lanen en hofjes, aan alle genoemde wegen, singels en pleinen sprake is van vaste stof. Koude en kilte. Bij veel inwoners is de passie weg en heerst gelatenheid. Vloeibaarheid is ver te zoeken. Onze gemeente is een abstract begrip op gindse heuvel. Ver weg van de mensen, ver weg van verbanden tussen mensen, ver weg van onze oorspronkelijke bindende taak.

Arthur, Maaike, Annie en ik troffen op alle plaatsen waar we de thermometer in de samenleving staken een ondertemperatuur. In letterlijke zin betekent dit dat de stofwisseling in gevaar komt. Wij moeten een dergelijk signaal serieus nemen. Een grote uitdaging voor de komende jaren.

Mijnheer de voorzitter,
College en raad praten bijna dagelijks over structuren, besturen, samenwerkingen, regio’s, verbanden, allianties, gemeenschappelijke regelingen, participaties, transities en domeinen. Te weinig over mensen. Voor de Partij van de Arbeid ligt daar de uitdaging voor de komende jaren. Van binnenuit met de mensen aan de slag. Nooit meer met het technische woord participatie maar met het praktische doewoord MEEDOEN. Geforceerde discussie over structuren interesseren de mensen niet. Het gaat om welzijn in de breedste zin van het woord op de plek waar je woont en leeft.

Met de begrotingsbehandeling 2014 sluiten we min of meer een raadsperiode af. Na vanavond gaat veel aandacht uit naar de verkiezingen van maart aanstaande. En terecht. We moeten constructief aan de slag met elkaar. We moeten vooral met onze inwoners in gesprekken aan de keukentafel uitleggen dat het in deze tijd om duidelijke keuzes gaat. Vaak heb ik al gezegd dat er, in de jaren dat ik persoonlijk actief ben in het lokaal bestuur, nooit verkiezingen zijn geweest die zo’n verschil konden maken. Wat is inkomenspolitiek en mag je dat lokaal toepassen? Wat is een criterium om wel of niet tot ondersteuning van mensen, organisaties en verenigingen over te gaan? Welke verantwoordelijkheid nemen mensen en welke verantwoordelijkheid neemt de overheid als het om de zorg voor mensen en voor elkaar gaat?

Vandaag legt het College een sluitende begroting voor aan de gemeenteraad. De vorig jaar nog door het College voorzichtig geaccepteerde precario-opbrengsten worden nu structureel ingeboekt. Ik hoor in mijn linkeroor nog de nagalm van rechts. Mijn, overigens gewaarde collega Schipper riep dat de precariogelden nooit structureel mogen worden ingezet omdat het incidenteel geld is. Nu schrijft het College in de begroting elke mogelijke onzekerheid dicht omdat de PvdA penningen goed van pas komen. Graag gedaan College, benieuwd naar het geluid van rechts moet ik u zeggen.

Onze fractie labelde bij de begrotingsbehandeling van 2013 de precario-opbrengsten als gelden voor maatschappelijke investeringen. Omdat een samenleving dat nodig heeft. Een deel is daarvan voor dit doel ingezet in dit begrotingsjaar, een deel resteert. Onze fractie wil dit deel dan ook voor dat doel gereserveerd blijven zien. Voor het nieuwe begrotingsjaar kunnen wij, gegeven de onzekere financiële positie waarin ook onze gemeente zich bevindt, instemmen met een inzet van een deel van de precariobelasting om tot een structurele dekking te komen. Een bedrag van € 100.000, = willen wij structureel gereserveerd houden voor maatschappelijke investeringen. Dat past bij de politieke mores en ethiek die een fractie toebehoort die de creativiteit en durf heeft gehad om met dit voorstel te komen. Geheel niet in stijl met de politieke basisbeginselen gaan we dit punt vandaag niet met een dekkingsvoorstel komen. Het past de PvdA-fractie niet om met dekking tot komen voor door haar zelf aangedragen gelden die nu door het College, op een andere wijze dan waarvoor ze door onze fractie waren bedoeld, worden ingezet.

De fractie van de Partij van de Arbeid stelt voor om, gevoed vanuit de eerder genoemde precariogelden een fonds voor maatschappelijke investeringen in het leven te roepen. Wij willen de raad voorstellen om vanavond te besluiten tot het instellen van het Willem van der Linde fonds, een financiële impuls voor mens en maatschappij. Feitelijk wars van politiek en ingegeven vanuit het hart. Willem van der Linde neemt aan het einde van deze raadsperiode afscheid van de gemeentepolitiek na een periode van meer dan 50 jaar. De Partij van de Arbeid vindt het instellen van een fonds dat zijn naam draagt recht doen aan de wijze waarop Willem meer dan een halve eeuw heeft gewerkt aan zo klein mogelijke afstand tussen bestuur en inwoner, tussen ambtenaar en inwoner. Want…..”WE ZIJN ER VOOR DE MENSEN!”.

Onze raad zal, om tot te komen tot het Willem van der Linde-fonds een motie indienen.

Mijnheer de voorzitter,
Deze raad heeft de ambitie uitgesproken een regie-gemeente te willen zijn. Dit betekent enerzijds nadrukkelijker samenwerking met andere gemeenten en verbonden partijen. Anderzijds vereist het vooral een zakelijker aanpak en goede samenwerkingsovereenkomsten met de opdrachtnemers. Hoe volwassen en in control toont de Gemeente Buren zich hier inmiddels? Hebben wij SMART criteria voor inkoop? En zo niet: hoe gaan we dit dan borgen? Ruim voor de transities die met het tempo en de overmacht van een lawine op ons afstormen? En hoe staat het met grip op onze kosten, in het bijzonder de overhead die achterblijft door de afslanking van de organisatie? Hoe verhouden die (overhead)kosten zich aan de ene kant tot de leges die wij onze inwoners feitelijk opleggen en aan de andere kant het door de Raad vastgestelde principe dat leges kostendekkend moeten zijn?

Centraal in dit alles staat wederom ons in beton gegoten ankerpunt: het nu erg ruim bemeten gemeentehuis dat niet meer past bij de regie-gemeente die we willen zijn. Of gaan we voor de transities, die onze begroting haast zal doen verdubbelen, toch fors onze ambitie bijstellen en eigen personeel aannemen? Onze fractie heeft dit in de begroting zo niet teruggevonden.

Terug naar het gemeentehuis. Het is een opdracht aan deze raad en dit college om de kosten van het gemeentehuis op een zodanige manier beheersbaar te maken dat dit onze inwoners niet onnodig belast. Zeker in deze tijden, waarin meer nog dan in gemeentehuizen op de zakelijke markt de vierkante meters kantoorruimte tegen spotprijzen beschikbaar komen, is dat geen eenvoudige taak. Het vergt dan ook vasthoudend en creativiteit om hier tot een voor allen aanvaardbare oplossing te komen. Een WIN-WIN situatie. Tot op heden heeft het debat hierover nauwelijks plaatsgehad. En dat terwijl de molensteen van de niet benutte vierkante meters ons steeds zwaarder om de nek hangt. Zoals gezegd is creativiteit nodig. En een heer van stand die zelf het antwoord niet heeft zegt dan: “Tom Poes, verzin een list.” Uw college heeft een vindingrijk moment gehad, zo is ons bij nadere bestudering van de begroting gebleken. Dit is echter niet de creativiteit waar onze fractie op aandringt. In essentie een snelle korte termijn oplossing voor een veel groter onderliggend probleem.

Mijnheer de voorzitter,
Zo af en toe heb ik momenten dat ik even op zoek ben naar een bevestiging met betrekking tot het speelveld van de raad en het college. Zo ook vandaag. Volgens onze fractie is kaderstelling het normeren van het inhoudelijk, financieel en procedureel speelveld waarop het college zijn bestuursbevoegdheden uitoefent. De kaders die de raad stelt, zijn op te vatten als opdrachten en randvoorwaarden waarbinnen het college een bepaald onderwerp uitwerkt en ter hand neemt. Kaderstelling is hiermee gedefinieerd als opdrachtformulering toch?

Gelukkig neem ik non verbale instemming waar en dat is maar goed ook anders zou de voortgang van mijn betoog ernstig schade worden aangedaan.

Curieus mijnheer de voorzitter. Zo ervaren wij het feit dat in de, overigens bijna onzichtbare kantlijn van deze begroting door het College is voorgesteld de afschrijvingstermijn van het gemeentehuis te verlengen met 20 jaar tot een afschrijvingstermijn van 60 jaar. Hiermee creëert u voor circa € 100.000 ruimte in de begroting voor 2014.

De afschrijvingstermijn van maatschappelijk vastgoed is echter geformaliseerd in een door de Raad vastgesteld kader en juist die kaders vormen het speelveld voor het College om tot een begrotingsvoorstel te komen. Als je de kaders wilt wijzigen, of anders gezegd het inhoudelijk, financieel en procedureel speelveld wilt oprekken dan dient voorafgaand daaraan een discussie en besluitvorming in de raad plaats te vinden. Ondanks uw ongetwijfeld goede bedoelingen heeft u nu een kunstgreep in de begroting toegepast om tot een dekkende begroting te komen. Dat is niet transparant en doet geen recht aan de rol van de raad. Graag vernemen we daarop uw reactie.

Een tweede belangrijk aandachtspunt is dat deze ‘vondst’een drukkend effect heeft op de overheadkosten. Wat merkt onze inwoner hier nu van? Op welke wijze wordt dit verwerkt in bijvoorbeeld de leges en andere kosten die de inwoner uit eigen zak betaalt? Een (reële) daling van de overheadkosten van circa € 100.000 zou, bij juiste toepassing van het principe van kostendekkendheid, tenminste voor een deel terug moeten vloeien naar de kosten die de inwoner betaalt voor de diensten van onze gemeente. Welke motivatie heeft het college zodat de raad verantwoording kan afleggen over het juist toepassen van de door ons gestelde kaders?

Mijnheer de voorzitter,
We moeten ons huis goed op orde hebben. Als we kijken naar volgend jaar dan zien we grote verantwoordelijkheden op onze gemeente afkomen. De decentralisaties vragen het komende jaar veel van ons. In de begroting komt hier helaas nauwelijks iets over terug. Toch moeten we zo snel mogelijk stappen zetten.

Bijvoorbeeld als het gaat om de jeugdzorg. Op dit moment is de zorg voor onze jeugd ondoorzichtig geregeld, niemand heeft écht de regie. Wanneer er sprake is van jeugdhulpverlening, komen er gemiddeld tussen de 9 en 17 (!) verschillende hulpverleners over de vloer. Hierdoor rijzen de kosten de pan uit. Het meest kwalijke is dat deze jongeren en hun ouders zich niet geholpen voelen. Door deze verantwoordelijkheid over te hevelen naar gemeenten ontstaat de kans dit te veranderen. Het gaat om een zeer kwetsbare doelgroep en wij maken ons zorgen over de snelheid waarmee dit gepaard gaat. Er wordt veel van ons verwacht en wij moeten hiermee actief aan de slag, een jaar is immers snel om. Wat volgens de Partij van de Arbeid voorop moet staan is dat onze jongeren sneller de juiste hulp krijgen. Daarvoor is preventie, vroegtijdige signalering en ondersteuning essentieel. Dit moet volgens ons terugkomen in de notitie Jeugdbeleid, die voor de vorige raadsvergadering van de agenda is afgehaald. Wij zijn dan ook blij met de toezegging van de wethouder in de voorbereidende raad dat hij een verbeterslag maakt en in de notitie de relatie met de nieuwe Jeugdwet legt. Wij kijken uit naar deze notitie en zullen ons dan ook wederom constructief en positief kritisch opstellen.

Grote verantwoordelijkheden ook als het gaat om de overheveling van nieuwe taken naar de Wmo en de wijzigingen in die Wmo. Van compensatiebeginsel naar maatwerkvoorziening en inzet op eigen kracht van inwoners. In 2014 moet alles op de rit staan om op 1 januari 2015 aan de slag te kunnen, een regelrechte krachttoer. Op de hulp bij het huishouden gaat een bezuiniging plaats vinden van 40%. Wat betekent dat voor de inwoners die nu al een voorziening hebben. In een brief van de VNG van 16 oktober jl. wordt gesproken over overgangsrecht, besparing en urgentie. Hoe gaan we dat doen? En welke consequenties heeft dit bijvoorbeeld voor onze thuishulpen? Ik hoef alleen maar te wijzen naar de landelijke bekende discussie van Sensire in de Achterhoek.

Voorzitter, dit zijn maar enkele elementen Kijkend, naar de lokale paragraaf, liggen er nog hele grote uitdagingen te wachten: het portaal, vrijwilligers en mantelzorgondersteuning en communicatie. Dat geldt voor alle wet- en regelgeving, die overkomt. Hoe gaan we ervoor zorgen dat het landt bij de mensen die het aangaat. Nog maar iets meer dan één jaar te gaan, en zo weinig mensen die een concreet beeld hebben over de aanstaande verandering. Hier moeten we snel mee aan de slag, communiceren, uitdragen,  laten we zeggen … Tuuttuut Overtoom!

In februari jl. is de beleidsnotitie met betrekking tot het Wmo-loket besproken. In de voorbereidende raad heeft de wethouder aangegeven 3 maandelijks opiniërend hierover terug te komen in de voorbereidende raad aan de hand van de stand van zaken op dat moment. Slechts één keer, in de vakantieperiode hebben we hierover een informatiebrief ontvangen. Op een vraag van onze fractie over de stand van zaken, blijkt, dat inmiddels bureau Movisie en Welzijn Buren een traject gestart zijn, en dat in het jaar 2013 en 2014 een deel van de subsidie hiervoor is gereserveerd. Ook blijkt de planning zoals die is aangegeven in het raadsvoorstel niet haalbaar. Op z’n minst is onze fractie verrast over de gang van zaken en ….. de huidige stand van zaken. Wellicht is de gekozen route zeer verdedigbaar, maar het gaat volledig voorbij aan de toezegging die de wethouder aan de voorbereidende raad heeft uitgesproken. Afspraken maken we toch met elkaar om na te komen mijnheer de voorzitter? Graag horen wij van de wethouder hoe zij hier nu mee om wil gaan!

Mijnheer de voorzitter,
Ik kom aan het einde van mijn betoog. Ik sprak al eerder over het feit dat we met deze begroting min of meer een raadsperiode afsluiten. Bij het vaststellen van de volgende begroting hebben we de gemeenteraadsverkiezingen achter ons en zijn er wellicht gewijzigde politieke verhoudingen. In dat geval zou dat dan ook geleid kunnen hebben tot een wijziging in de samenstelling van het College en het daaronder gefundeerde meerderheidsdraagvlak.

De Partij van de Arbeid spreekt de ambitie uit om in de komende raadsperiode bestuurlijke verantwoording te nemen. Wij hopen daarbij op een zo breed mogelijke coalitie in de gemeenteraad van Buren. Juist omdat de komende jaren een aantal zeer zware verantwoordelijkheden op het gemeentebestuur rusten. Wij ambiëren daarbij een meer duale raad met wisselende meerderheden en een College dat, minder dan in deze en vorige periodes, te sterke lijnen heeft met de raadsfracties. Het lokaal bestuur kan alleen tot wasdom komen als, zoals dat in de gemeentewet bedoeld is, het democratisch proces zo maximaal mogelijk de ruimte krijgt. Elke politieke partij of groepering die in de raad is vertegenwoordigd zou de bereidheid moeten hebben om op basis van argumenten bruggen te slaan. Bij voorkeur tijdens een openbaar debat in deze raadszaal. Dan wordt politiek en bestuur weer van de mensen en is ‘MEEDOEN’ een uitdrukkelijke uitnodiging geworden.

Na bijna 15 jaar te sterke polarisatie in Buren wordt het tijd voor meer gezamenlijke verantwoordelijkheid.